De VVD is toegewijd aan het behalen van de doelen voor Waterkwaliteit

Afgelopen woensdag, 13 september, bespraken wij in de commissie voor advies Waterkwaliteit van waterschap Amstel, Gooi en Vecht het Rekenkamer-rapport met de naam: ‘Er alles aan gedaan hebben’ en de Kaderrichtlijn Water Maatregelen 2023-2027. De Kaderrichtlijn Water is een Europese richtlijn die voorschrijft dat de waterkwaliteit van de wateren aan bepaalde eisen moest voldoen. Floris-Jan geeft hierbij zijn reflectie op het debat.

In het rapport werd aangegeven dat in de bestuursperiode 2023-2027 het waterschap Amstel, Gooi en Vecht moet laten zien er ‘alles aan gedaan te hebben’ om de KRW-doelen te halen, dan wel zo dicht mogelijk te benaderen. Als in 2027 blijkt dat niet overal de KRW-doelen zijn bereikt, zal aan de waterbeheerders de vraag gesteld worden of zij ‘er alles aan gedaan hebben’ om de doelen zo dichtbij mogelijk te brengen.

Die boodschap resoneert bij mij. Ik voel de noodzaak om de doelen te behalen en ben dan ook blij dat wij als VVD ook landelijk eraan gecommitteerd zijn in ons concept verkiezingsprogramma. Het is een kerntaak van het waterschap om de Europese afspraken na te leven. We blijven natuurlijk realistisch als de VVD dat het behalen van de doelen in 2027 er waarschijnlijk niet in zit, maar zoals het rapport ook aangeeft: we moeten er alles aan gedaan hebben.

Het werd afgelopen woensdag ook des te duidelijker dat we in de 41 gebieden in ons beheergebied in totaal 295 maatregelen, voor meer dan de helft (154 maatregelen) mede afhankelijk zijn van partners. Het is hopen dat het Dagelijks Bestuur het advies voor het aanspreken en aansporen van andere partijen ter harte gaan nemen. Ongebouwd heeft samen met ons aangegeven verder te willen kijken dan alleen naar de gemeenten, bij het aangaan van convenanten en afspraken. Voor de VVD betekent dit niet alleen de organisaties gericht op natuurbeheer en agrariërs maar ook de verschillende recreatieorganisaties actief in ons beheergebied.

Een andere kwestie die ik gisteren ter sprake bracht, betrof de handhaving en het toezicht op vergunningen, naar aanleiding van schriftelijke vragen die we hadden gesteld.  Uit de schriftelijke reactie begrepen we dat lozingsvergunningen eens in de vier jaar worden herzien, in lijn met de landelijke frequentie. Vervolgacties kunnen bij een herziening bestaan uit de vergunning in overeenstemming brengen met de beleidsdoelstellingen en dus aanscherpen of bijsturen van een vergunning. Een voorstel van ons in de commissie was deze frequentie te verhogen, misschien op te voeren naar 1 keer per 2 jaar. Het zou het waterschap kunnen helpen in het adequater bijsturen!

We zagen in het bestuursvoorstel een reservering van 10 miljoen voor het stimuleren van derde partijen en aanvullende maatregelen. Nu ik dat teruglees en ook de inbrengen van gisteren daarover meeneem, dan wil ik hierover nog zeggen dat de noodzaak en invulling van een dergelijk bedrag wel beter onderbouwd kan worden. 12 oktober horen we bij de Algemeen Bestuursvergadering hier hopelijk meer over.

Link naar vergadering.